Goldwasser Exchange

+32 (0)2 533 22 40
Van maandag tot vrijdag vanaf 9u tot 17u30

Toegang klant

Perpetual BNP Paribas 6,50%: neemt u het risico dat de call wordt uitgeoefend ?

De obligaties met eeuwige looptijd, kortweg perpetuals, zijn niet meer zo talrijk aanwezig op de secundaire markt. Daar zijn de lage rentvoeten verantwoordelijk voor. Die lage rentevoeten hebben er toe geleid dat de emittenten hun schulden geherfinancierd hebben.

Bij de perpetuals die nog in omloop zijn, is er die van BNP Paribas. Het betreft hier een eerder atypische obligatie. Ze heeft een rentevoet van 6,50% en kan elke 3 maanden terugbetaald worden. Aan een koers van 102% bedraagt het rendement tot aan de volgende call (6 maart 2020) -2,80%. In geval van uitoefening van de call wordt deze obligatie terugbetaald aan een prijs van 100%.

Waarom een obligatie kopen met een negatief rendement tot aan de volgende call ? Volgens Oblis zijn er nu 2 verschillende scenario’s mogelijk.

Scenario 1 :

BNP Paribas koopt binnen 3 maanden zijn perpetual terug. Het rendement zal dan niet 2% negatief zijn.We moeten immers rekening houden met de intresten die tussen nu en maart 2020 verlopen. Het betreft meer bepaald een kwart van de coupon van 6,50%.

Scenario 2 :

In het geval BNP Paribas de perpetual gewoon laat lopen tot minstens de volgende call (zoals de bank al verschillende jaren heeft gedaan) mag de belegger rekenen op een rendement van minimum 3,25%.

In het geval dat de call ook in september niet wordt uitgeoefend kan dat 4,875% worden.

Risico’s verbonden aan perpetuals

Verkrijgbaar in coupures heeft deze achtergestelde obligatie een rating BBB- bij Standard & Poor’s, waardoor ze tot de categorie Investment Grade gerekend mag worden. Maar die rating BBB- ligt toch 3 streepjes onder de A- rating die de senior schulden van BNP Paribas hebben.

De risico’s verbonden aan een perpetual zijn tweevoudig: het risico van de rente en het risico dat een ingrijpende gebeurtenis de financiële draagkracht van de emittent ondermijnt. Waardoor de betaling van de intresten gevaar loopt. Deze risico’s treden bij alle obligaties op, maar zijn meer uitgesproken bij de perpetuals.

Zoals de naam al laat vermoeden, hebben perpetuals geen afloopdatum. In theorie hebben ze dus inderdaad een een eeuwige looptijd en dat maakt ze erg gevoelig voor schommelingen in de rentevoeten. Bij een stijging van de rente zal een perpetual sneller in waarde dalen dan een gewone obligatie met vastgelegde looptijd. Het eeuwigdurend karakter werkt dus als een soort hefboom bij schommelingen van de rente.

De bezitter van een perpetual wordt pas na alle andere obligatiebezitters uitbetaald. Hij staat dus laatste in de rij en de kans dat hij zijn geld verliest is dus groter. Een clausule kan bovendien voorzien dat in bepaalde omstandigheden de coupon niet wordt uitbetaald.

Meer informatie over perpetuals kan u op Oblis School vinden.