Goldwasser Exchange

+32 (0)2 533 22 40
Van maandag tot vrijdag vanaf 9u tot 17u30

Toegang klant

Een stagnerend Italië

Italië had de naam "de zieke man" van Europa te zijn. Maar door deze grootschalige crisis riskeert het een fatale klap te krijgen en andere Europese landen mee te sleuren in zijn val. Een stand van zaken van een dagelijks veranderende situatie.

Italië heeft echt geen geluk. Noem het slecht karma. Van alle Europese landen zijn het net zij die het meest te lijden hebben onder deze grote crisis. Het dominosteentje dat ten allen prijze niet mocht vallen. Toch zijn zij het zwaarst getroffen door de pandemie.

Zondag waren er bijna 60 000 zieken en meer dan 5 000 doden. De meeste specialisten gaan ervan uit dat het nog enkele weken zal duren eer de epidemie op haar piek zal zijn. In de nacht van zaterdag op zondag verklaarde Giuseppe Conti op ernstige toon dat dit de ergste crisis is die Italië meemaakt sedert de tweede wereldoorlog. Hij legde een totale stopzetting op van alle economische activiteit, met uitzondering van de vitale sectoren.

Het noodlot dat de bevolking nu treft, is voor een deel toe te schrijven aan het toeval, maar heeft ook een structurele reden die gelinkt is aan de kenmerken die eigen zijn aan het Italiaanse schiereiland.

Het toeval ligt misschien in het feit dat een Chinese toerist ziek werd terwijl hij Parma bezocht met een groep landgenoten net voordat de Italiaanse regering vluchten vanuit China verbood. Iets wat in een Schengen-zone met wijd open grenzen neerkwam op een slag in het water. Volgens andere bronnen zou het virus al half januari in Italië aanwezig geweest zijn.

Het is interessanter als we kijken naar de meer specifieke oorzaken van de bliksemsnelle verspreiding van het virus. Vooreerst, hun bevolking is de oudste van Europa: 23% van de Italianen zijn ouder dan 65 jaar. Een ander element heeft te maken met de aard van het Italiaanse gezondheidssysteem. Doordat er weinig huisdokters zijn, haastten de zieken zich naar de hospitalen. Dit was een fatale fout: ze mengden zich daar onder andere zieken of werden naar huis gestuurd zonder grondig gescreend te worden. De ziekenhuisdiensten werden snel overspoeld en het medisch personeel, dat zo kostbaar is in dergelijke omstandigheden, werd zelf ook zwaar getroffen.

Een economie in vrije val

De gezondheidsramp gaat natuurlijk gepaard met een economische catastrofe. De meeste sectoren staan stil. Denken we maar aan het toerisme dat in 2019 instond voor 13,3% van het Italiaanse BBP (of 237,8 miljard euro). De noordelijke provincies (Lombardije, Emilia-Romagna en Venetië) die het meest lijden onder de epidemie, zijn over het algemeen de meest bezochte.Maar er zijn nog veel andere werkterreinen die zwaar getroffen zijn: de textielsector, de mode-industrie, de luxe-industrie, openbare werken enz. Alleen al in de horeca, een sector met 1,7 miljoen werknemers, verwacht men een omzetdaling van 75%.

Deze crisis komt heel slecht gelegen want Italië steunt op niet al te beste economische fundamenten. Sedert 2009 kende het land al 3 recessies (minimaal twee negatieve kwartalen). Op 20 jaar tijd steeg hun BBP slechts 5%. En ook hun werkloosheidsgraad en overheidsschuld zijn hoger dan die van hun Europese buren.

Risico op een systemische crisis

Het is alom geweten dat vooral de Italiaanse banken het moeilijk hebben. Ze zitten met 7,2% aan dubieuze schuldvorderingen (tegenover een gemiddelde van 2,9% in Europa) en dat cijfer zal nog stijgen door een vloed aan faillissementen. Met als bijkomend risico dat andere Europese bankinstellingen zullen meegesleurd worden in hun val. Het is zeker dat de Italiaanse banken met kapitaalinjecties zullen moeten ondersteund worden om het bankroet te vermijden. Maar vanwaar zal dat geld moeten komen?

De ECB heeft inderdaad beslist hun programma van kwantitatieve versoepeling uit te breiden zodat banken aan een preferentieel tarief kunnen lenen, wat hen enige ademruimte zal geven. Maar van de andere kant liggen de intrestvoeten in de eurozone dicht bij nul, zelfs al negatief, en heeft de kwantitatieve versoepeling slechts een beperkt effect, want ze is onderhevig aan de wet van de afnemende rendementen.

De Italiaanse regering heeft beslist om 25 miljard uit te trekken om hun economie te ondersteunen, en ze zijn ook van zins om Alitalia te nationaliseren. Om aan de dringendste zaken het hoofd te bieden hebben ze dezelfde noodmaatregelen uitgevaardigd die je overal een beetje ziet: fiscale tegemoetkomingen, bijkomend uitstel van betalingen en aflossingen voor de bedrijven en de gezinnen. Ten opzichte van de noden van het land is dit tegelijk veel en belachelijk weinig.

Een Europees initiatief om de schok op te vangen

De oplossing zal onvermijdelijk moeten komen van een initiatief op Europees niveau. In de eerste plaats zal het heilig verklaarde criterium van stabiliteit uiteen spatten. Door de hoogdringendheid zullen de Europese landen het door de Europese Commissie opgelegde juk afgooien dat zoveel regeringen tegenhield om besparingsmaatregelen in te voeren voor de bevolking. De overheidsschuld van sommige landen zal ongetwijfeld in de buurt van 10% komen.

Voor de financiering van wat we wel degelijk een ramp mogen noemen, zouden sommige Europese regeringen, waaronder ook de Duitse, open staan voor het idee om "corona-bonds" uit te geven, dit zijn euro-obligaties met als enig doel het herstel van de economische activiteiten die getroffen zijn door het coronavirus. Een ander initiatief zou erin bestaan een "economisch garantiefonds" te creëren. Dit zou het einde betekenen van een groot taboe dat Duitsland met hand en tand verdedigde: een schuldenbundeling.

Deze zeer dure initiatieven zijn nochtans voorbeelden van gezond verstand. Want hoe dramatisch de situatie ook is in Italië, ze zou nog verergeren indien hun slechte financiële gezondheid zich zou verspreiden naar andere Europese landen, die zelf ook zwaar te lijden hebben onder de pandemie. Maar zal dit alles voor genoeg munitie zorgen om iedereen te redden? De toekomst zal het uitwijzen. En in coronatijden verandert de toekomst elke dag.