Goldwasser Exchange

+32 (0)2 533 22 40
Van maandag tot vrijdag vanaf 9u tot 17u30

Toegang klant

Bitcoins: speculatief speeltje of veilige haven?

Op 8 januari bereikte de bitcoin een waarde van 42.000 dollar. Volgens sommigen zal hij nog verder klimmen. Anderen zeggen “des te harder zal de landing zijn”. De centrale banken hebben er geen goed oog in. De grootbanken lusten er geen pap van. En in de e-commerce wordt de munt slechts druppelsgewijs aanvaard. Vanwaar komt die rush op cryptomunten dan? Is de bitcoin meer dan een speculatieve belegging? Wordt het ooit een universeel betaalmiddel? Of een toevluchtswaarde die in staat is goud te vervangen?

Bitcoin is, net als Tesla, een van de grote sterren van het jaar 2020 zijn. De eerste tien maanden van het jaar bleef de cryptomunt relatief stabiel, maar vanaf oktober begon hij aan zijn indrukwekkende klim: op drie maanden tijd 400% erbij. Op 18 januari bedroeg zijn totale waarde 685 miljard dollar. Dat is meer dan een bank als JP Morgan of het Belgische BBP. En dat voor een digitale munt of, anders gezegd, een versleuteld computerbestand dat op bepaalde gespecialiseerde platformen kan omgezet worden in cash, maar nog lang niet universeel geaccepteerd wordt als betaalmiddel.

De recente vraag naar bitcoins is zodanig groot dat tradingplatformen zoals het Brits-Israëlische eToro niet meer kunnen volgen. De eerste elf dagen van januari heeft eToro 380.000 nieuwe rekeningen geopend. Over het algemeen zijn dat particulieren, vaak jongeren, die willen profiteren van een markt die 24/7 open is om roulette te spelen met enkele duizenden dollar of euro. Ook sommige hedge funds en family offices zouden bitcoins aangekocht hebben om hun portefeuille te diversifiëren. Maar de institutionele beleggers, die enkel een Fidelity fonds in cryptomunten oprichtten, blijven weg van deze volgens hen veel te volatiele en onvoorspelbare markt.

Vanwaar die hausse?

Deze boom is het gevolg van verschillende factoren. Hoewel er op een goede dag wel eens voor 50 miljard dollar kan verhandeld worden, blijft de bitcoinmarkt toch redelijk beperkt in omvang. De laatste maanden was de vraag veel groter dan het aanbod. Dit komt doordat de totale hoeveelheid bitcoins van bij het begin geplafonneerd is op 21 miljoen stuks door Satoshi Nakamoto, de geniale uitvinder ervan, wiens gebruikersnaam uit een mangastrip lijkt te komen. Tot op heden zijn er 18,832 miljoen bitcoins ‘gedolven’ (mining). Er blijven dus nog iets meer dan 2 miljoen eenheden te vinden. Dit moet gebeuren via een complex IT-protocol waar heel wat energie moet ingestoken worden. Met andere woorden, de schaarste fungeert als de doping van de hausse.

Daarbij komt nog dat 92% van de bitcoins ongetwijfeld voor lange termijn in handen is van grote beleggers. Deze worden ‘bitcoinwalvissen’ genoemd en er zijn er zo een duizendtal. De meesten daarvan zijn onbekend, want bitcoinrekeningen zijn anoniem. Toch zijn er een paar wel degelijk bekend. De saga van de tweelingbroers Winklevoss, die op nauwelijks een paar jaar miljardair werden, ging de wereld rond. Ze hadden een proces aangespannen tegen Mark Zuckerberg, die hen een schadeloosstelling van 65 miljoen dollar moest betalen. Ze zijn daarna zo slim geweest om 11 miljoen dollar te investeren in bitcoins, waardoor hun startbedrag nu maal 400 is gegaan.

Naast de walvissen, waarvan sommigen elkaar onderling kennen en dus in staat zijn om op de koers te wegen, kreeg de markt van de cryptovaluta met nog een ander fenomeen te maken: een massale toestroom van kleine beleggers (retail investors) op cryptoplatformen én op tradingplatformen zoals Robinhood en Revolut. Deze nieuwe speculanten zijn vaak jong en actief in de start-upcultuur. Ze hebben één gemeenschappelijk kenmerk: ze zijn bereid grote risico’s te nemen om wat bij te verdienen of wat extra vakantiegeld opzij te kunnen zetten. Sinds de lockdown explodeerde het aantal rekeningen dat op die platformen werd geopend. Waarnemers denken dat het door die activiteiten is dat sommige aandelen als Tesla en Nio dergelijke hoge toppen scheren. En in hun kielzog volgen de cryptomunten.

Last but not least wordt de bitcoinhausse ook gevoed door een oorverdovende ‘hype’, een storytelling die zichzelf zodanig versterkt dat de hausse nog sneller gaat. Een sneeuwbaleffect dus. Er wordt over niks anders meer gesproken dan over de bitcoin. De cryptovaluta halen de koppen van de financiële kranten. Bloomberg wijdt er een permanente rubriek aan. Het ligt voor de hand dat beleggers zich aangetrokken voelen tot makkelijke winsten. Een analist van JP Morgan ziet de bitcoin klimmen tot 146.000 dollar. Eén van de Winklevoss-broers heeft het zelfs over 500.000 dollar. Zo te horen lijkt alles mogelijk.

Wie iets meer doordacht te werk gaat, tracht de stijging aan de hand van rationele argumenten te verklaren. Met bitcoins bent u beschermd tegen schommelingen van de dollarkoers en tegen het inflatierisico. En het is inderdaad zo dat in 2020 de opkomst van cryptomunten samenviel met de massale interventies van de centrale banken en de ongeziene schuldgraad van de verschillende landen. Zal de bitcoin dus, ondanks zijn volatiliteit, het laatste redmiddel zijn voor een financiële wereld die steeds fragieler wordt?

De bitcoin: een nieuwe toevluchtswaarde?

Volgens de voorstanders van de bitcoin alleszins wel. Zij vermoeden dat de cryptomunt op een dag goud zal vervangen als toevluchtswaarde. In hun ogen heeft goud vele handicaps: het is moeilijk te transporteren en duur om op te slaan. Het kan in beslag genomen worden en is niet deelbaar in noodgevallen. Momenteel ligt de goudvoorraad op 198.000 ton. Als we er de 57.000 ton goud bijtellen waarvan we weten waar het zich bevindt in de ondergrond, zijn de goudreserves aan de huidige prijs 17 triljoen dollar waard. Om goud van de troon te stoten als veilige haven zou de huidige prijs van de bitcoin met 25 moeten worden vermenigvuldigd, wat sommigen toch al aan het dromen zet.

Maar er is meer dan enkel die waardebepaling. De pleitbezorgers van de cryptovaluta vinden dat de bitcoin heel wat voordelen heeft ten opzichte van goud: hij is immaterieel, deelbaar, zit in een digitale portefeuille, is even vlot te verzenden als een mail en is van overal toegankelijk met een cijfersleutel. De eigenaars van bitcoins kunnen niet worden geïdentificeerd. De rekeningen zijn anoniem, maar de transacties zijn transparant en controleerbaar. De bitcoin hangt van geen enkele overheid of regering af, en kan zich onttrekken van het voogdijschap van centrale banken en hun valutamonopolie. De cryptomunt zou meer zekerheid bieden omdat ze niet gewaarborgd wordt door een centrale autoriteit, maar door een gedecentraliseerd netwerk dat de transacties verifieert en ze archiveert in een grote, niet te vervalsen database: de blockchain.

Het principe mag best mooi zijn, maar toch kan men het uiteindelijke resultaat met enige scepsis benaderen. De bitcoin zal namelijk nooit meer zijn dan een immateriële, digitale munt, niks meer dan een computerbestand. Zijn waarde steunt nergens op, terwijl de waarde die een bepaalde munt krijgt, afhangt van verschillende tastbare elementen: de staatsgarantie, de zekerheid dat het als betaalmiddel wordt aangenomen en de algemene aanvaarding onder de bevolking. Een munt is natuurlijk een conventie, maar wel een conventie waarover een consensus bestaat.

Een cryptomunt daarentegen wordt niet erkend door de centrale banken, kan niet ingewisseld worden aan een bankloket en er wordt door bijna alle handelszaken en bedrijven op neergekeken. Enige uitzondering zijn de platformen Paypal en Square, die het aanvaarden als betaalmiddel, en gespecialiseerde tradingplatformen die het wisselen voor andere valuta. In dit stadium is het slechts iets meer dan een geldbiljet in Monopoly. Het is als Tesla zonder zijn auto’s.

Een terugslag valt niet uit te sluiten

Meteen begrijpen we ook dat de cryptovaluta niet meteen op de bovenste plank liggen bij de centrale banken. Zolang het welomschreven en beperkt blijft, zijn ze niet per se tegen digitaal geld. Bitcoin verkeert echter niet in dat geval, het heeft de ambitie om een referentiemunt te worden. De centrale banken, die het monopolie hebben op het bijdrukken van geld, vrezen dat, wanneer de bitcoin steeds meer ingeburgerd raakt, er een deel van de geldmassa, zeg maar de rijkdom, onder de radar zal blijven en dat er op die manier een spookeconomie zal ontstaan. De centrale banken zouden hun regelgevende macht verliezen, een macht die erin bestaat het geld dat in omloop is in de hand te houden door op de intrestvoeten te gaan wegen. Kortom, ze zouden hun bestaansreden verliezen.

Men kan er zich dus aan verwachten dat de landen en centrale banken de cryptomunt zullen proberen in het gareel te houden. Onlangs beschuldigde Christine Lagarde, topvrouw van de ECB, bitcoin ervan dat het het witwassen van geld in de hand werkt. Ze wil dan ook een globale regeling voor de cryptovalutamarkt, liefst in het kader van de G7 of de G20.

Een tijd geleden, toen ze voorzitster was van de Fed, liet Janet Yellen, nu minister van Financiën in de regering-Biden, al weten dat ze “geen fan” was van cryptomunten. Ze erkende wel de verdiensten van de blockchaintechnologie. Op het moment dat landen de internetgiganten, die steeds meer als niet-grondgebonden entiteiten functioneren, aan de ketting willen leggen, zal het niet verwonderen dat een speculatieve, parallelle markt als bitcoin op zijn beurt gecontesteerd zal worden en heel wat tegenwind zal krijgen.

Dat betekent echter niet dat de koers van de bitcoin niet zal blijven stijgen. De redenen daarvoor hebben we hierboven uit de doeken gedaan. Maar het is wel mogelijk dat de steile opgang zal afgevlakt worden.